maandag 9 december 2013

Houffatrail, 8 december 2013

Vlak na de trail in La Roche (augustus) stonden Sara en ik stijf van de adrenaline en waren we helemaal euforisch.  Trails lopen bleek helemaal ons ding, we gingen ons erop toeleggen!  We schreven ons dan ook onmiddellijk in voor de Houffatrail van 8/12.  We hadden er in feite nog niet eens over nagedacht of het wel in ons schema zou passen - de halve marathon van Eindhoven kwam er immers aan (oktober) en vroeg heel wat kilometers ter voorbereiding.  Maar na overleg met onze coach, die de smaak van trail running al langer te pakken had, moest het toch nog wel lukken.  Na de halve marathon (superzwaar, wat een weer!) en na één of twee rustige weken konden we dan aan onze heuveltrainingen beginnen. 
Ondertussen probeerden we nog andere mensen binnen de club te infecteren met het trail-virus, maar gek genoeg zag niet iedereen de lol in van dat bergop en bergaf lopen.  En hoe enthousiaster ik vertelde over het afzien bij de bergop en het recuperen  tijdens de bergaf, en over het water in je schoenen dat zo grappig sopte als je uit de Ourthe kwam, hoe meer mensen hun bedenkingen kregen.  Uiteindelijk waren we met een groepje van 5 (Sara, Patricia, Frank, Herman en ik).  De heuveltrainingen gingen zoals de vorige keer weer door op onze goeie ouwe mijnterril in Waterschei.  Die had geen geheimen meer voor ons en ik had het gevoel dat  de hoogtemeters van de zomer toch nog een beetje nawerkten.  De trainingen verliepen vlot.  Het laatste weekend voor de Houffatrail  gingen we met z'n allen naar Kanne (Zuid-Limburg, niet Zuid-Frankrijk) om de Sint-Pietersberg te bedwingen.  Ik had me zo'n Camelback aangeschaft (rugzakje met waterreservoir en slangetje om uit te drinken) en kon die dan ineens uittesten.  Trouwens, over die Camelback: volgens mij is het etymologisch en zoölogisch correcter  om te spreken van een Dromedarisback, aangezien er maar één bult op je rug zit.  Bovendien heeft het een slurf.  Enfin, drinken lukte, alleen werden we met z'n allen een beetje misselijk van het klotsen van het water in mijn bult...

http://instagram.com/p/gP3CQYmwP6/

http://instagram.com/p/gP3BjmGwP5/




Ondertussen bleek het parcours van de Houffatrail nogal wispelturig te zijn.  We hadden ons oorspronkelijk ingeschreven voor een pittige 13 km, wat ons ruim voldoende leek.  Na een aantal weken meldde de website dat het 14 km zouden worden.  Uiteindelijk waren het er 15,4.  Psychologisch toch wel even zwaar, vooral omdat dat volgens mij erg dicht bij 10 mijl begon te komen.  Tien mijl, maar dan in de Ardennen...  En opeens kreeg ik ook in de gaten dat er - zelfs in de winter - een watercrossing aan te pas zou komen.  Niet aan het einde, zoals bij onze vorige trail, maar na 9 km.  "Kniehoog, stromend water", aldus de website.  "Koud" zeiden ze er niet bij, maar ik had wel een donkerbruin vermoeden...
De laatste week voor de wedstrijd zou naar goede gewoonte een rustige voorbereiding worden, met enkele kortere duurloopjes en een kleine intervaltraining, maar daar kwam niks van terecht.  Druk schema met vergaderingen, etentjes, sociaal engagement en het grote Sinterklaasfeest.  Plus de laatste drie dagen barstende hoofdpijn, waardoor ik de zaterdag voor een groot deel op de zetel heb doorgebracht.  Niet erg opbeurend als je weet dat je 's anderendaags al je krachten zal kunnen gebruiken.  Plus Sara moest door omstandigheden laten afweten.  Spijtig, zeker na zo'n voorbereiding...
Dus met z'n vieren zondagmorgen op weg naar Houffalize. Ik met kleine oogjes en een beetje schrik voor wat komen zou.  Sandwichen met confituur en bananen zouden me wel op de been houden.  Energiedrankje in de rugzak, "gelleke" in de front pocket.  Pakje zakdoeken in mijn broek, hoewel ik vermoed dat de meeste trailrunners dat behoorlijk belachelijk zouden vinden.  Neus snuiten gebeurt met één vinger tegen de neusvleugel en een krachtige snuitbeweging naar de kant waar de minste kans op slachtoffers is.  Hoewel ik een hevig tegenstander was van dit gebruik, moet ik toegeven dat ik mij die techniek ook meester heb gemaakt, tijdens de beklimming (per fiets) van de Mont Ventoux, toen ik de optimale capaciteit van mijn luchtwegen nodig had en ik echt niet anders kon.  En, eerlijk is eerlijk, het werkt, plus het is milieuvriendelijk, want inderdaad geen zakdoeken nodig.  Maar niet erg ladylike, vandaar toch maar dat pakje kleenex in de zijzak... Hoewel, mijn weerspiegeling in een venster leek in de verste verte niet op een lady.  Bult op mijn rug, bandana op mijn hoofd, sportkleren in alle kleuren van de regenboog...
Aankomst en vertrek waren in en rond hotel "Ol Fosse d'Outh". Na een kwartiertje warmlopen gingen we ons opstellen aan de start.  Toch maar een beetje naar voren opgeschoven, je weet nooit. Na een 500 m ging het al flink bergop.  En bergop en bergop en bergop...  Eerst een stukje verhard, nadien werd de ondergrond flink zompig.  Het lopen was zwaar.  Hier en daar bleef mijn schoen bijna vastzitten in de modder.  Mijn voeten schoven ook van links naar rechts, hoofdzaak was rechtblijven, aan mijn tempo dacht ik al helemaal niet.  Dan volgde een lange afdaling, helaas ook weer uitkijken om niet uit te schuiven en te vallen, dus deze keer was er minder sprake van snelheid maken.  En zo ging het een hele tijd bergop en bergaf.  Bergop ging erg zwaar, en dat was ik niet gewoon.  Meestal loop ik graag bergop en kan ik makkelijk mijn eigen tempo bepalen en houden.  Maar deze keer voelden mijn benen vooral slap aan en had ik het idee dat het allemaal nogal sukkelachtig was.  Ik stak nog wel mensen voorbij bij de afdaling, maar die haalden mij bij het stijgen weer in.  Het landschap zal best wel heel mooi geweest zijn, maar ik heb toch vooral de grond net voor mijn voeten gezien. 
Nu, door je zo te concentreren gingen de eerste kilometers wel snel voorbij, en zelfs de watercrossing was er voor ik er erg in had.  Hoewel ik er op voorhand serieus tegenop had gezien, heb ik geen seconde nagedacht en ben recht de Ourthe in gerend.  Gelukkig  hadden de galanteriken van de organisatie een touw gespannen van oever naar oever, en dat was geen overbodige luxe.  De stroming was behoorlijk sterk en de bodem glibberig.  Het scheelde maar een haar of ik was onderuit gegaan.  Mijn gegil ging volgens mij door merg en been. Achteraf hoorde ik van Frank dat hij verschillende mensen kopje onder heeft zien gaan.  Ik heb mij ook wijselijk vastgeklampt, anders waren ze mij een paar kilometer verder stroomafwaarts kunnen komen zoeken.  En  ik heb ook kunnen vaststellen dat "kniehoog" totaal geen meetkundige waarde heeft.  Waarschijnlijk een vent van twee meter die beslist heeft dat het water kniehoog kwam.  Mijn billen waren net niet nat... Uit het water klimmen en dan weer looppas omhoog.  Mijn schoenen vol water natuurlijk, en mijn benen verdoofd (van de kou, waarschijnlijk, al voelde ik dus niks).  De eerste kilometer na het water was echt zwaar.

Toen het water stilaan uit mijn schoenen was gelopen en ik weer min of meer warm was, kwam ik aan de bevoorrading.  Er stond vanalles te dampen en het zag er wel aanlokkelijk uit maar ik was bang dat ik onder een dekentje zou kruipen en er niet meer onderuit zou komen.  Dus maar verder en een vies gelleke naar binnen gespeeld, enfin, toch half, want ik kreeg met geen mogelijkheid meer dan een half zakje binnen.  Het was iets met appel en ik had de indruk dat er brokjes in zaten :-(.
Nog een paar keer aan mijn drankje gelurkt om de laatste kilometers aan te vatten.  Toch moeilijk als je niet weet wat er je nog te wachten staat.  De vorige keer, in La Roche, hadden we het parcours op voorhand verkend, en dat scheelt. Nu werd het parcours erg vermoeiend, stijgen en dalen wisselden elkaar snel af, en op den duur staken de Zwarte Gedachten de kop op: ik was eigenlijk best wel ellendig geweest, gisteren... ziek, eigenlijk... en moe...  oververmoeid, waarschijnlijk... en hoofdpijn... en toen die hoofdpijn weg was nog een glas wijn gedronken... wijn voor de wedstrijd, tssss... fataal...  Uiteindelijk zag ik een dorp liggen in een kom. Ik hoopte maar dat het Houffalize was.  Ja, inderdaad, "Houffalize" las ik op een plaat. Lag dat hotel beneden of boven?  Nee toch, opnieuw omhoog!  Het laatste stuk was echt glibberen en glijden, en ik heb (domdomdom) nog plaats gemaakt om iemand voor te laten - ik dacht iemand van de 25 km, maar het bleek een dame van de 15 km te zijn.  Verdikke, die ging met mijn plaats lopen.
Ik heb onderweg geen moment naar mijn tijd gekeken, en had dus ook geen idee hoe ik het ervan af had gebracht.  Net voor de finish kwam Herman mij al tegemoet lopen, hij was een dikke 10 minuten eerder aangekomen, net na Frank.  Eventjes na mij kwam Patricia binnen.  We waren allemaal modderig en vies, en wilden zo snel mogelijk douchen.  Helaas stond er een lange file aan de douches.  Dan maar met de Franse slag opgefrist en omgekleed.  Herman toverde nog een "Radler" uit zijn hoge hoed - dé remedie tegen spierpijn.  Deed deugd.  Honger had ik helemaal niet.  Eerder misselijk.
Iedereen had zich volledig gegeven.  Het was stil in de auto op de terugrit.  En toen ik met mijn zweterig haar en rouwrandjes en al op weg naar huis was dacht ik: toch vetzakjes, die Fransen...

P.S. Naderhand bleek ik  9de vrouw te zijn.  Alweer.   Niet slecht natuurlijk, maar de volgende keer ga ik toch een pietsie harder trainen.  Eens kijken of ik me al kan inschrijven voor de volgende trail...

http://www.chronorace.be/web2/Classements/Classement.aspx?eventId=243017839542274&mode=large&IdClassement=10008

zondag 13 oktober 2013

halve marathon Eindhoven 13 oktober 2013




Afgezien...
Veel wind, regen, kou... Duurde even eer ik een vent vond met een brede rug, die ook nog eens mijn tempo liep.  Bedankt, meneer van de Landmacht!


voor de wedstrijd...



bijna aan de finish
http://evenementen.uitslagen.nl/2013/marathoneindhoven/

maandag 19 augustus 2013

Trail des fantômes, La Roche, 17 augustus 2013


Net voor de “10 miles” van Antwerpen had onze coach Herman het over een trail. In La Roche zou er half augustus een trail run plaatsvinden, met voor de eerste keer ook een kortere afstand (13 km). Het zou gaan om een heuvelachtig en off-road parcours.  Ik moet zeggen dat ik wel al over trail running had gelezen in “Runners World” (hoe bezeten kan een mens worden?)  en het leek mij wel wat.  De plaatsen waren beperkt, ik heb me dan ook niet bedacht en me onmiddellijk ingeschreven.  Maar wat heb ik het me beklaagd na de 10 miles. Ik dacht dat ik graag bergop liep, maar na die tunnels sloeg de twijfel toch wel erg zwaar toe.

Maar weldra was daar het trainingsschema. Sara was mijn compagnon voor de 13 km.  Herman ging voor de 25 km, Roger voor de 50 (maar hij heeft – begrijpelijkerwijs – apart getraind).  Een schema met de gekende intervals en duurlopen, maar nu ook met heuveltrainingen op de mijnterril van Waterschei. Schitterende trainingen waren dat.  Vertrek in Opglabbeek bij Sara voor de deur.  Vier kilometer tot aan de terril en dan heuvel op en heuvel af (te herhalen naar believen) en weer 4 kilometer terug.  De eerste keer was moordend, de tweede keer ging al veel beter. Het waren vooral gezellige uitstapjes, daar in die ongerepte natuur.  Herman zag altijd wel ergens een reetje (ree-tje) of een speciale vogelsoort.  Het uitzicht was bij helder weer ook verbluffend. Sara en ik waren blij even uit de routine te zijn en genoten volop van de (voor mij) onbekende maar snel beminde omgeving.  Het was er vaak warm, daar op die terril, en zo kon ik oefenen in drinken vanuit de gordel.

Ondertussen vertelde Herman voluit over zijn ervaringen in La Roche.  Over de Ourthe die zou moeten worden overgestoken, over de mur van Maboge…  Tijd dus om ook de juiste “gear” aan te schaffen.  Tijdens onze familievakantie in Oostenrijk werden er trailschoenen gekocht en uitgetest. 

Ondertussen begonnen Sara en ik toch vagelijk ongerust te worden over hetgeen we dan wel moesten verwachten in La Roche.  Op een training op de terril haalden we zo’n 150 hoogtemeters, op de wedstrijd stonden er ons 600 te wachten… We zijn ook een keer gaan trainen in Kanne, op de Sint Pietersberg, maar ook daar haalden we bijlange de hoogtemeters niet die ons te wachten stonden. Daarom hebben we à la minute nog besloten om de heuveltraining van de laatste week op het parcours zelf te doen.  Sara vond het vals spelen, ik vond het vooral erg professioneel ;-).  Herman was onze gids.  En dat we ongerust waren, was terecht, zo bleek… 

Ik was ook ongerust omdat ik soms al moe werd door thuis de trap te nemen. De laatste week heb ik het dan ook maar erg (érg) rustig gehouden en eerlijk gezegd weinig of niets gelopen.  Wel heb ik geprobeerd om koolhydraten te stapelen.  Ik weet niet of het nuttig is geweest, ik weet wel dat het moeilijk was.  Vooral die eerste dagen zonder koolhydraten hebben mijn fantasie op de proef gesteld.  Geen brood, geen pasta, geen rijst, geen muesli, zelfs geen couscous… Wat eet een mens op den duur? Yoghurt met een beetje fruit, vlees met een beetje groenten, omelet omelet omelet… Blij dat ik de laatste dagen weer kon compenseren…  Sara pikte in de laatste week ook nog eens een flinke verkoudheid/bronchitis op.  Dat is natuurlijk nooit welkom, maar dit was echt wel een geval van slechte timing.

En opeens was het dus 17 augustus.  Wekker om 06u30.  Beetje zenuwachtig mijn spullen bij elkaar graaien.  De avond tevoren was ik nog om 20u40 in paniek naar de Colruyt gereden voor bananen en sandwichen.  Godzijdank was die winkel open tot 21u. Ik durf er niet aan te denken dat ik voor een gesloten deur had gestaan.  Ik heb mijzelf namelijk wijsgemaakt dat ik alleen kan lopen op sandwichen met confituur en een banaan. Dan Herman oppikken en naar Sara.  Vanuit Opglabbeek voor de tweede keer richting La Roche.  Ik heb af en toe toch medelijden gehad met Herman.  Wat heeft hij tijdens de trainingen en autoritten niet moeten aanhoren?  Twee vrouwen met dezelfde interesses, die aan één stuk door zitten te kwetteren over hun mannen, hun job, hun kinderen.  Over familiefeestjes, handwerk, recepten.  Je kunt het zo gek niet bedenken. 

Enfin, parkeren in La Roche, wedstrijd T-shirts ophalen (waarom hadden we in godsnaam mouwloze shirts besteld?  Het waren duidelijk mannenmodellen, met veel armruimte en beha’s die kwamen piepen).  Maar kom, met onze zwarte shorts zaten we qua colour-matching verder wel goed…

Om 10u00 vertrok Herman voor zijn 25 kilometer, een half uur later waren wij aan de beurt.  We vertrokken voorzichtigheidshalve achteraan in het pak. Ik was zooo dankbaar dat we de week tevoren al hadden mogen ervaren hoe érg sommige stukken waren.  En zooo blij dat we een terril bij ons in de buurt hadden, waar we naar hartenlust hadden kunnen trainen.  Want al bij de eerste steile helling bleken veel lopers moeilijkheden te hebben. En de tip van Herman was: als je kunt blijven lopen, al is het maar traag, haal je sowieso de stappende medemens in.  Zo gezegd, zo gedaan.  De eerste helling vrij vlot opgelopen (enfin, op het moment zelf vond ik van niet, maar dat vergeet je dus).  En dan wist ik dat het een hele tijd bergaf ging (af en toe wel bergop, dat was ik inderdaad ook weer vergeten).  Dus alle remmen los en keihard naar beneden.  Op sommige stukken 16 km per uur, volgens mijn horloge.  Ik haalde mannen in, godbetert! Voor het tweede steile stuk was ik weer helemaal gerecupereerd en wou ik weer in looppas omhoog.  Alleen ging dat niet.  Het pad was heel smal en iedereen stapte.  Maar ook tijdens het stappen bleek ik anderen in te halen.  Nee, eerlijk gezegd waren het de anderen die stopten om op adem te komen. Ik was evenzeer buiten adem, daar niet van.  En toen weer een stukje bergaf, tot aan de bevoorrading.  De vrouw die net voor mij had gelopen, was rustig een drankje aan het uitkiezen, en ik zag mijn kans schoon.  Hop, een energiedrankje binnen en een paar gummibeertjes.  Haha!  Alleen bleven die beertjes een beetje te lang aanwezig.  Ik moest namelijk dringend de “mur de Maboge” op en al gauw had ik geen speeksel meer.  Bij de training was die “mur” lang, nu nog langer en vooral hoger, ik zweer het.  Van lopen geen sprake meer, de benen lieten verstek, de ademhaling idem dito.  Maar iedereen zat in hetzelfde schuitje.  Bijna boven probeerde ik er weer een redelijke looppas in te krijgen, maar dat lukte pas na enkele pogingen.  En zelfs toen het plat werd, heb ik mezelf moeten aanporren.  Ik besefte plots dat ik wel erg traag liep en dat het best wel sneller kon.  Maar toen was daar de lange en zalige afdaling.  Het ging super en opnieuw haalde ik verschillende lopers in (de mannen zijn mij vooral bijgebleven ;-)).  Een paar mannen liepen in mijn zog tot aan de laatste – heel steile – afdaling.  Dit was pas echt off-road.  “A place where no man has gone before”, zo leek het wel.  Daar had ik precies toch weinig ervaring mee.  Voorzichtig afdalen, armen, benen, bomen gebruiken.  Tot ik in de Ourthe stond (koud!) en dan recht vooruit proberen te plonzen, maar snelheid kon je daar niet maken.  De laatste honderden meters waren erg luidruchtig (sopsopsopsopsop) maar welkom.  Ik rende onder de boog door en hoorde dat ik de 10de vrouw was (achteraf bleek 9de).  Leuk.  Maar toen ik hoorde dat de winnares van “vrouwen 40” enkele minuten na mij arriveerde, wou ik voor de eerste keer in mijn leven dat ik twee jaar ouder was…

Sara: high five! En proficiat nog eens aan Herman en Roger. Ik weet nu een klein beetje hoe zwaar het voor jullie geweest moet zijn.  Ik vond het vooral een hele fijne ervaring.  Ik ben verkocht.

Herman had weer een prachtig en efficiënt schema opgesteld.  Sara blijkt een super loopmaatje te zijn.  Ze is even impulsief als ik – nee, nog erger, denk ik.  Zo hebben we serieuze plannen om ons voor te bereiden voor een triatlon – het oud zot, zeker, of de midlifecrisis… maar wel plezant, zo ouder worden…

http://www.chronorace.be/web2/Classements/Classement.aspx?eventId=243189638234113&mode=large&IdClassement=9642



zaterdag 27 april 2013

Antwerp 10 miles 2013

Vroeger was ik een loper zonder plan.  Vroeger is het nog niet zo heel verre verleden.  Want dáárvoor moest ik er niet aan dénken om te gaan hardlopen.  Voor de lol of wat?  No way.  Niet dat ik nooit sportief ben geweest.  Ik heb heel graag gevolleybald, maar de conditietrainingen waren niet aan mij besteed.  Soms denk ik hier ook een verklaring voor te hebben. Soms komen er immers flitsen terug uit mijn middelbare schooltijd: verlegen puber - te strakke groene maillot -  naam in te grote strijkletters op de borst – atletiekpiste van de naburige jongensschool – speeltijd jongens tijdens turnles meisjes.  Enfin, uiteindelijk is het geen levenslang trauma gebleven.  Studies, trouwen, een eigen zaak, drie kindjes. De gebruikelijke drukte vroeg degelijke ontspanning.  Lopen bijvoorbeeld.
Maar vroeger, dus, was ik een loper zonder plan.  Enkele maanden na de geboorte van mijn jongste kindje ben ik beginnen rennen.  De buren zijn de enige getuigen.  Ik kon niet hardlopen, maar durfde dit nauwelijks voor mezelf toe te geven, laat staan voor de buitenwereld.  Dus heb ik wekenlang rondjes gelopen in de tuin. In het duister dan nog. Evi Gruyaert in de oren, lamp op mijn hoofd, blik op oneindig.  Het was hard labeur en ik vermoed dat de buren vaak hard gelachen hebben, maar uiteindelijk kon ik toch een paar minuten achter elkaar lopen zonder kortademig te worden of helemaal rood aan te lopen.  Ik dacht geen al te mal figuur meer te slaan op de Finse piste in Peer. 
Toen mijn zonen (11 en 9 jaar) zich afgelopen najaar aansloten bij AVT Meeuwen, kreeg ik in de gaten dat er ook een groep joggers bestond.  Mét een programma, met intervaltraining en al.  Net gepast, ik was klaar voor het volgende level.   Ik heb het mij geen moment beklaagd. 
En nu ben ik dus een loper met een plan.  Vooral toen de voorbereiding van de 10 miles begon, kreeg dit plan – het plan van Herman - een centrale plaats in huis.  Mijn dochter van 5 speelde het regelmatig hard, met “mama, moet jij nu alwéér gaan lopen?” of “de mama’s van mijn vriendinnen gaan niet lopen, hoor!”. Of meer existentiële vragen als “mama, vind jij lopen dan bel
ángrijk?”.  Het was af en toe inderdaad doorbijten – door weer en wind, vaak op ondergesneeuwde pistes.  Ik vond het al leuk om nieuwe mensen te leren kennen bij de joggers, maar als je allemaal met eenzelfde doel bezig bent, als de neuzen in dezelfde richting wijzen, ontstaat er een soort van band.  En uiteindelijk zaten we dus met z’n allen op de trein naar Antwerpen.  Degenen die al één of meerdere keren de 10 miles hadden gelopen,  waren niet te beroerd om tips uit te delen.  Wanneer de banaan, wanneer het energiedrankje, wanneer “het gelleke”.  Tips voor de tunnels.  Uiteindelijk kwam het erop neer dat ik een heilige schrik had gekregen voor “de tunnels, en vooral die laatste”.  Omdat ik wist dat die tunnel (Waaslandtunnel of “konijnenpijp”) op ongeveer 3 km van het einde kwam, heb ik 13 kilometer lang gelopen alsof het niets was. Alles ging goed, de Kennedytunnel, de helling erna, de tunnel onder het Justitiepaleis. De zon was mijn bondgenoot… Alleen de kasseien en onregelmatig klinkers speelden me hier en daar parten.  Ook dat lopend drinken uit een bekertje, daar zal ik nog serieus op mogen oefenen.  Maar de vele supporters ontroerden me en gaven me de wind in de zeilen.  En toen hoorde ik iemand zeggen: “is hier dan de konijnenpijp?”.  En ik dacht: “hoezo, nu al?”. Ik heb bergaf gelopen op wolkjes en voelde mij op het diepste punt van de tunnel volledig gerecupereerd.  Ik zag zelfs licht aan het einde van de tunnel.  Lopen naar het licht, lopen naar het licht, lopen naar het licht.  Het ging prima, ik stak veel mensen voorbij.  Bergop lopen ging me blijkbaar uitstekend af…  Tot bleek dat het na de tunnel nog verder bergop ging.  Dat vond ik echt oneerlijk, niet sportief, een aanfluiting van die hele wedstrijd.  Klotewedstrijd.  Om één of andere reden zat er opeens pudding in mijn benen.  Om maar te zeggen hoezeer lopen tussen de oren kan zitten – figuurlijk dan.  De laatste kilometer was dus een kwelling.  Nooit geweten dat 100 meter zo oneindig lang konden duren…  Uiteindelijk zag ik de overspanning van de aankomst.  Toch nog eens checken of er werkelijk “finish” op stond… Oef.  1u27min.  Slechts 7 minuten boven mijn persoonlijke plan.  Volgende keer toch een beetje bijstellen, dat plan…