De langste dag van het jaar zou nuttig besteed worden. Dus pikte ik Marian en Patricia op en reden
we naar Rotem, waar de Kraftman trail werd georganiseerd. Het startschot was gepland rond 18u. Onderweg
hoorde ik van beide dames dat ze zich wat zorgen maakten om de afstand. En plots begon het mij ook te dagen dat 15 km
bijna 10 mijl was. Maar kom, niet flauw
doen. Hoe heuvelachtig kon het zijn,
daar in Rotem? Het was niet alsof we in
de Ardennen woonden, en Rotem, dat lag toch in onze achtertuin?
Ter plekke liepen we al gauw de andere atleten van AVT
Meeuwen tegen het (afgetrainde) lijf. Roger,
Erik, Frank, Patrick, Herman, Marian, Patricia en ik stonden klaar voor de 15
km. Vera, Carine en Annick wilden wel eens
proeven van een trailervaring en hadden zich ingeschreven voor de 5 km. Tamara, de dochter van Herman, deed ook
mee. Een mooie delegatie.
Ik zag de Kraftman trail als een training die perfect paste
in ons schema voor de voorbereiding van de trail in La Roche, half augustus. Maar ik hoorde nu dat ook dit parcours niet
van de poes was. En dat "Dilsener
Bos", "Driepaalhoeve" en "Bergerven" wel degelijk
codetaal was voor "heuvelachtige wildernis". Aiai. En mijn conditie stond nog niet op punt,
na een periode met "andere prioriteiten".
Enfin, ik zou wel zien.
Stiekem geloofde ik het niet, van die heuvels. Zover mijn blik reikte was er alvast niks van
te zien. Veel bos rondom, dat wel. En na het startschot werd al gauw duidelijk
wat dat bos precies verborg. Hellingen! Struikgewas! Zwiepende takken! Smalle paadjes! Boomwortels en verraderlijke keien! Steile afdalingen!
Maar: start en aankomst lagen op hetzelfde punt. Waaruit ik kon opmaken dat er exact evenveel
bergaf moest zijn als bergop (denk daar maar eens over na). Alleen waren die stukken bergaf minder duidelijk
- ik denk dat ik hier en daar toch een stuk gemist heb. Marian en ik liepen hetzelfde tempo en dus in
elkaars buurt. Op een gegeven moment
vroeg Marian of we zowat halverwege waren.
Met ietwat tegenzin moest ik constateren dat we nog maar 4 km achter de
kiezen hadden. Het ergste was dat we
niet wisten wat nog komen zou. Inhouden
of voluit gaan? Maar op een gegeven
moment geraakten we toch in een goed ritme.
We liepen bijna halverwege even fout (OOK DE HEREN), en hebben een paar
minuten moeten overleggen hoe het verder moest.
Uiteindelijk werden we teruggestuurd en vonden we het juiste pad
opnieuw. Het nadeel was dat we nu
achterin een groepje hingen, en op die "single tracks" viel niet
voorbij te steken. Nu, misschien maar
goed, want zo konden we even onze adem terugvinden. Op ongeveer 8 km was er een bevoorrading. En ik zweer het, in de tweede helft waren de
kilometers korter. Ze vlogen voorbij.
Op een gegeven moment moesten we wel zowat vertikaal omhoog. Lopen lukte daar niet, ik was al blij als ik
een stuk min of meer vaste aarde onder mijn voeten kreeg. En de steile afdaling die daarna volgde was
zo mogelijk een nog grotere uitdaging.
Vooral omdat mijn benen nog
natrilden van de inspanning. Was even
aan het twijfelen of ik mij op mijn billen naar beneden zou laten glijden, maar
was toch vooral bang dat ik dan ergens in de netels tot stilstand zou komen -
of ondersteboven tegen een boom - of gewoon met een gat in mijn broek - of erger
nog: dat alles tesamen. Maar het laatste
stuk ging dus vrij vlot. Voor ik het
wist hoorde ik al een megafoon die mijn voorgangers over de finish riep. Het laatste stuk in het lange gras was een
mooie afsluiter van een prachtig parcours, vol smalle wegen en verraderlijke
hellingen.
De uitpijling is onderweg blijkbaar wel aan verandering
onderhevig geweest. Maar een zeurpiet
die daarover valt. Volgend jaar zien ze
mij hopelijk weer. En ik heb de indruk
dat ik niet de enige ben die de smaak stevig te pakken heeft...