maandag 23 juni 2014

Kraftman trail

De langste dag van het jaar zou nuttig besteed worden.  Dus pikte ik Marian en Patricia op en reden we naar Rotem, waar de Kraftman trail werd georganiseerd.  Het startschot was gepland rond 18u. Onderweg hoorde ik van beide dames dat ze zich wat zorgen maakten om de afstand.  En plots begon het mij ook te dagen dat 15 km bijna 10 mijl was.  Maar kom, niet flauw doen.  Hoe heuvelachtig kon het zijn, daar in Rotem?  Het was niet alsof we in de Ardennen woonden, en Rotem, dat lag toch in onze achtertuin? 
Ter plekke liepen we al gauw de andere atleten van AVT Meeuwen tegen het (afgetrainde) lijf.  Roger, Erik, Frank, Patrick, Herman, Marian, Patricia en ik stonden klaar voor de 15 km.  Vera, Carine en Annick wilden wel eens proeven van een trailervaring en hadden zich ingeschreven voor de 5 km.  Tamara, de dochter van Herman, deed ook mee.  Een mooie delegatie.
Ik zag de Kraftman trail als een training die perfect paste in ons schema voor de voorbereiding van de trail in La Roche, half augustus.  Maar ik hoorde nu dat ook dit parcours niet van de poes was.  En dat "Dilsener Bos", "Driepaalhoeve" en "Bergerven" wel degelijk codetaal was voor "heuvelachtige wildernis".  Aiai. En mijn conditie stond nog niet op punt, na een periode met "andere prioriteiten".
Enfin, ik zou wel zien.  Stiekem geloofde ik het niet, van die heuvels.  Zover mijn blik reikte was er alvast niks van te zien.  Veel bos rondom, dat wel.  En na het startschot werd al gauw duidelijk wat dat bos precies verborg.  Hellingen!  Struikgewas! Zwiepende takken!  Smalle paadjes!  Boomwortels en verraderlijke keien!  Steile afdalingen!
Maar: start en aankomst lagen op hetzelfde punt.  Waaruit ik kon opmaken dat er exact evenveel bergaf moest zijn als bergop (denk daar maar eens over na).  Alleen waren die stukken bergaf minder duidelijk - ik denk dat ik hier en daar toch een stuk gemist heb.  Marian en ik liepen hetzelfde tempo en dus in elkaars buurt.  Op een gegeven moment vroeg Marian of we zowat halverwege waren.  Met ietwat tegenzin moest ik constateren dat we nog maar 4 km achter de kiezen hadden.  Het ergste was dat we niet wisten wat nog komen zou.  Inhouden of voluit gaan?  Maar op een gegeven moment geraakten we toch in een goed ritme.  We liepen bijna halverwege even fout (OOK DE HEREN), en hebben een paar minuten moeten overleggen hoe het verder moest.  Uiteindelijk werden we teruggestuurd en vonden we het juiste pad opnieuw.  Het nadeel was dat we nu achterin een groepje hingen, en op die "single tracks" viel niet voorbij te steken.  Nu, misschien maar goed, want zo konden we even onze adem terugvinden.  Op ongeveer 8 km was er een bevoorrading.  En ik zweer het, in de tweede helft waren de kilometers korter.  Ze vlogen voorbij. 
Op een gegeven moment moesten  we wel zowat vertikaal omhoog.  Lopen lukte daar niet, ik was al blij als ik een stuk min of meer vaste aarde onder mijn voeten kreeg.   En de steile afdaling die daarna volgde was zo mogelijk een nog grotere uitdaging.  Vooral omdat mijn benen  nog natrilden van de inspanning.  Was even aan het twijfelen of ik mij op mijn billen naar beneden zou laten glijden, maar was toch vooral bang dat ik dan ergens in de netels tot stilstand zou komen - of ondersteboven tegen een boom - of gewoon met een gat in mijn broek - of erger nog: dat alles tesamen.  Maar het laatste stuk ging dus vrij vlot.  Voor ik het wist hoorde ik al een megafoon die mijn voorgangers over de finish riep.  Het laatste stuk in het lange gras was een mooie afsluiter van een prachtig parcours, vol smalle wegen en verraderlijke hellingen. 

De uitpijling is onderweg blijkbaar wel aan verandering onderhevig geweest.  Maar een zeurpiet die daarover valt.  Volgend jaar zien ze mij hopelijk weer.  En ik heb de indruk dat ik niet de enige ben die de smaak stevig te pakken heeft...