Vroeger
was ik een loper zonder plan. Vroeger is
het nog niet zo heel verre verleden.
Want dáárvoor moest ik er niet aan dénken om te gaan
hardlopen. Voor de lol of wat? No way.
Niet dat ik nooit sportief ben geweest.
Ik heb heel graag gevolleybald, maar de conditietrainingen waren niet
aan mij besteed. Soms denk ik hier ook
een verklaring voor te hebben. Soms komen er immers flitsen terug uit mijn
middelbare schooltijd: verlegen puber - te strakke groene maillot - naam in te grote strijkletters op de borst –
atletiekpiste van de naburige jongensschool – speeltijd jongens tijdens turnles
meisjes. Enfin, uiteindelijk is het geen
levenslang trauma gebleven. Studies,
trouwen, een eigen zaak, drie kindjes. De gebruikelijke drukte vroeg degelijke
ontspanning. Lopen bijvoorbeeld.
Maar vroeger, dus, was ik een loper zonder plan. Enkele maanden na de geboorte van mijn
jongste kindje ben ik beginnen rennen.
De buren zijn de enige getuigen. Ik
kon niet hardlopen, maar durfde dit nauwelijks voor mezelf toe te geven, laat
staan voor de buitenwereld. Dus heb ik
wekenlang rondjes gelopen in de tuin. In het duister dan nog. Evi Gruyaert in
de oren, lamp op mijn hoofd, blik op oneindig.
Het was hard labeur en ik vermoed dat de buren vaak hard gelachen hebben,
maar uiteindelijk kon ik toch een paar minuten achter elkaar lopen zonder
kortademig te worden of helemaal rood aan te lopen. Ik dacht geen al te mal figuur meer te slaan
op de Finse piste in Peer.
Toen mijn zonen (11 en 9 jaar) zich afgelopen najaar aansloten bij AVT Meeuwen,
kreeg ik in de gaten dat er ook een groep joggers bestond. Mét een programma, met intervaltraining en
al. Net gepast, ik was klaar voor het
volgende level. Ik heb het mij geen
moment beklaagd.
En nu ben ik dus een loper met een plan.
Vooral toen de voorbereiding van de 10 miles begon, kreeg dit plan – het
plan van Herman - een centrale plaats in huis.
Mijn dochter van 5 speelde het regelmatig hard, met “mama, moet jij nu
alwéér gaan lopen?” of “de mama’s van mijn vriendinnen gaan niet lopen, hoor!”.
Of meer existentiële vragen als “mama, vind jij lopen dan belángrijk?”. Het was af en toe inderdaad doorbijten – door
weer en wind, vaak op ondergesneeuwde pistes.
Ik vond het al leuk om nieuwe mensen te leren kennen bij de joggers,
maar als je allemaal met eenzelfde doel bezig bent, als de neuzen in dezelfde
richting wijzen, ontstaat er een soort van band. En uiteindelijk zaten we dus met z’n allen op
de trein naar Antwerpen. Degenen die al
één of meerdere keren de 10 miles hadden gelopen, waren niet te beroerd om tips uit te
delen. Wanneer de banaan, wanneer het
energiedrankje, wanneer “het gelleke”. Tips
voor de tunnels. Uiteindelijk kwam het
erop neer dat ik een heilige schrik had gekregen voor “de tunnels, en vooral
die laatste”. Omdat ik wist dat die
tunnel (Waaslandtunnel of “konijnenpijp”) op ongeveer 3 km van het einde kwam,
heb ik 13 kilometer lang gelopen alsof het niets was. Alles ging goed, de
Kennedytunnel, de helling erna, de tunnel onder het Justitiepaleis. De zon was
mijn bondgenoot… Alleen de kasseien en onregelmatig klinkers speelden me hier
en daar parten. Ook dat lopend drinken
uit een bekertje, daar zal ik nog serieus op mogen oefenen. Maar de vele supporters ontroerden me en gaven
me de wind in de zeilen. En toen hoorde
ik iemand zeggen: “is hier dan de konijnenpijp?”. En ik dacht: “hoezo, nu al?”. Ik heb bergaf
gelopen op wolkjes en voelde mij op het diepste punt van de tunnel volledig
gerecupereerd. Ik zag zelfs licht aan
het einde van de tunnel. Lopen naar het
licht, lopen naar het licht, lopen naar het licht. Het ging prima, ik stak veel mensen
voorbij. Bergop lopen ging me blijkbaar uitstekend
af… Tot bleek dat het na de tunnel nog
verder bergop ging. Dat vond ik echt
oneerlijk, niet sportief, een aanfluiting van die hele wedstrijd. Klotewedstrijd. Om één of andere reden zat er opeens pudding
in mijn benen. Om maar te zeggen hoezeer
lopen tussen de oren kan zitten – figuurlijk dan. De laatste kilometer was dus een
kwelling. Nooit geweten dat 100 meter zo
oneindig lang konden duren… Uiteindelijk
zag ik de overspanning van de aankomst.
Toch nog eens checken of er werkelijk “finish” op stond… Oef. 1u27min.
Slechts 7 minuten boven mijn persoonlijke plan. Volgende keer toch een beetje bijstellen, dat
plan…